Een schilder te Schoorl

Een wandellimerick

We hebben het er uitgebreid over gehad, op dit weblog, de afgelopen kolommen. Over Jan van Scorel, bedoelen we natuurlijk. We bespraken zijn leven, zijn carrière, zijn werk. Zijn positie binnen de kunstgeschiedenis. We hadden het over zijn standbeeld voor het oude raadhuisje en over het beeld naar zijn schilderij Jeruzalemvaarders. Feitelijk valt er niet heel veel meer aan toe te voegen. Rest ons tot slot een resumé.

jan van scorel

Een schilder te Schoorl
Een wandellimerick
Er was eens een schilder in Schoorl,
zijn naam was Jan van Scorel,
die greep zijn kansen
in de Renaissance
en maakte zo grote furorel.

Jeruzalemvaarders

Kunst onderweg

Voor de Nederlands Hervormde kerk in Schoorl, op een paar meter afstand van zijn standbeeld voor het raadhuisje, wordt Jan van Scorel een tweede keer geëerd met een beeld. Jeruzalemvaarders heet het, dat staat tenminste met kapitalen in de betonnen sokkel gebeiteld. Een niet heel groot bronzen beeld van twaalf ernstig kijkende mannen op een rijtje dicht achter elkaar, in wijde kleding met lange mouwen en allemaal iets van een stok of een zwaard of een lans over de schouder. Halve mannen zijn het eigenlijk want ze zijn afgebeeld tot heuphoogte, benen hebben ze niet. En doordat het beeld aan de onderkant als één geheel en zonder detaillering rond is afgewerkt, lijkt het alsof de mannen met z’n allen in een beetje een krap bootje zitten, op twee steuntjes zwevend boven de sokkel. Dat zou dan kloppen met de naam van het beeld: Jeruzalemvaarders immers.

IMG_1680

Een naam die ook meteen beelden oproept van kruistochten en bloedvergieten, vandaar dat we de over de schouder gedragen stokken maar meteen als wapentuig interpreteren. Dat blijkt echter een voorbarige en onjuiste invulling. Jeruzalemvaarders waren geen kruisridders, het waren pelgrims, die de tocht naar Jeruzalem ondernamen om daar het Graf van Jezus en andere heilige plaatsen te bezoeken. Zo’n pelgrimage was een populaire onderneming in de 15e en vooral de 16e eeuw, tot de Reformatie er een einde aan maakte, aan al die verheerlijking.
Na hun reis eenmaal weer thuis verenigden deze pelgrims zich vaak in gildes, of broederschappen, en richtten als zodanig kapellen of altaren op, kwamen jaarlijks bijeen voor een gildemaaltijd en organiseerden processies waarbij ze, als teken dat zij de Heilige Stad hadden bezocht, een palmtak meedroegen, ook wel de Jeruzalemveer genoemd.

jeruzalemvaarders 3

Aha. Dat is dus wat we hier zien uitgebeeld. De mannen zitten niet in een bootje en ze dragen geen zwaarden of lansen mee.. ze lopen in processie, met een palmtak over de schouder als bewijs van goed religieus gedrag.
Het beeld is een ruimtelijke opvatting van een schilderij uit 1528 van, daar is ie dan: Jan van Scorel. Op dit schilderij zien we hetzelfde rijtje dicht op elkaar gepakte ernstige halve mannen met palmtakken over de schouder. Degene die links vooraan loopt, voor de kijker rechts, draagt er zelfs twee met zich mee. Hij heeft de reis twee keer gemaakt.

jeruzalemvaarders (2)

De volledige naam van het schilderij luidt: Groepsportret van Jeruzalemvaarders van de Ridderlijke Broederschap van de Heilige Lande te Haarlem. Het wordt beschouwd als het eerste groepsportret in de Nederlandse schilderkunst, een soort opstapje naar de schuttersstukken waar later de Gouden Eeuw zo beroemd mee is geworden en waarvan het oudste bekende voorbeeld al een jaar later, in 1529 werd geschilderd, door Dirck Jacobsz.
Maar goed, nu dwalen we wel erg af.

jan van scorel duplo

We waren bij Jan van Scorel. Die zelf ook een Jeruzalemvaarder was, hij had de reis naar het Heilige Land rond 1520 ondernomen. Toen hij in 1527 noodgedwongen in Haarlem kwam te wonen werd hij daar dan ook lid van de Haarlemse broederschap en voor hun kapel schilderde hij onderhavig Groepsportret. Zelf staat hij er ook op, heeft men opgemaakt uit de teksten die onder de mannen staan geschilderd. De derde man van rechts, dat is ‘m. En we kunnen er dus gevoeglijk van uitgaan dat ook in het bronzen beeld waar we nu naar staan te kijken de derde van rechts Jan van Scorel himself is.

ellen de groot

Het beeld is gemaakt door de Bergense kunstenaar/beeldhouwer Ellen de Groot (1942), in opdracht van de gemeente Schoorl, die toen nog bestond, en het werd geplaatst in 1986, gelijk met het standbeeld voor het raadhuisje. Als eerbetoon dus aan Jan van Scorel. Dit beeld maakte Ellen de Groot in brons, volgens de zogenoemde verloren was methode. Daarbij wordt eerst een beeld gemaakt in was, daaromheen wordt gips gegoten, het gips wordt als het droog is verhit, waardoor de was smelt, wegvloeit en er een mal voor eenmalig gebruik ontstaat. Brons erin, afkoelen, gips eraf, klaar. Verder werkt Ellen de Groot in allerlei materialen: klei, hout, steen of metaal. Vaak dansende of anderszins in beweging zijnde figuren. Zelf noemt zij haar werk gestileerd figuratief.

jeruzalem huilt 3

In 2006 werden de Jeruzalemvaarders het slachtoffer van vandalen. Waarschijnlijk voor de waarde van het brons werd het beeld van de sokkel gezaagd en meegenomen. Niet veel later werd het bij stom toeval teruggevonden bij een handelaar in oud ijzer, in het nabijgelegen Alkmaar. Iemand zag de brokstukken liggen, herkende het vermiste beeld uit Schoorl en waarschuwde politie en kunstenares. Het moet vreselijk zijn je werk op die manier terug te vinden. Zwaar beschadigd, incompleet, onthoofd, onteerd, ruw in stukken geslagen en liefdeloos in een bak geflikkerd. De handelaar waste de handen in onschuld, had er geen beeld in herkend en het brons was afgeleverd door keurige mensen. Of die ooit nog gevonden zijn, vermeldt de geschiedenis niet. Evenmin of de zaak voor de handelaar nog een staartje heeft gekregen. Voor het beeld heeft het er in elk geval een tijdje slecht uitgezien. Reparatie was niet mogelijk en er bestond dus geen mal van. Uiteindelijk werd er toch ergens geld gevonden en heeft de kunstenaar het opnieuw gemaakt. Nu staat er dus, sinds 2008, een originele replica.

Afgezant der Renaissance

Kunst onderweg

Voor het schattig kleine raadhuisje van Schoorl (anno 1601) staat een bijzonder beeld. Het lijkt in eerste instantie niet zo heel bijzonder. Bij oppervlakkige beschouwing zou je makkelijk kunnen denken dat het gewoon het dertiende klassiek geboetseerde standbeeld uit het dozijn is. De zoveelste bekende vaderlander uit vervlogen tijden, gevangen in brons.

raadhuis-schoorl.jpg

In een ontspannen, zelfverzekerde pose staat hij daar. Wijdbeens, alert, penseel en palet in de aanslag en gekleed volgens de mode voor beter gesitueerden uit een ver verleden. Een hoge kraag, een zwierige mantel, robuuste schouderstukken die aan een harnas doen denken, wijd geplooide en bloezende mouwen met nauwsluitende onderarmen, een pofbroek met beenwindsels om de kuiten en typisch middeleeuwse puntschoenen aan de voeten. Een baret op het hoofd. En alles van de fijnste stoffen en de duurste materialen. Nee, hier staat niet zomaar iemand. En dat klopt. Hier staat Jan van Scorel (1495 – 1562), waarschijnlijk de grootste vaderlander die Schoorl heeft voortgebracht. Een in zijn tijd beroemd, zeer gewaardeerd en baanbrekend kunstenaar. De eerste schilder die zich als kunstenaar beschouwde, een intellectueel als dichters en geleerden, en niet alleen de ambachtsman die de Middeleeuwen in de schilder zagen. Toonaangevend wegbereider van de Renaissance in de Nederlanden. In zijn geboorteplaats geëerd met dit standbeeld. Klassiek geval, duidelijk.

IMG_1686

Bekijk je het beeld wat beter, en van wat dichterbij, dan zie je al snel dat die adellijke kleding, die dure en fijne stoffen en materialen zo duur en fijn niet zijn. De pofbroek is opeens een stuk autoband, de bloezende plooien van de mouwen lijken verdacht veel op een in stukken geknipte tuinslang, de schouderstukken zouden wel eens het deksel van een plastic vuilnisemmer kunnen zijn, het vest een rieten mand. Dit zo klassiek aandoende beeld is geheel opgetrokken uit afvalmateriaal en alledaagse gebruiksvoorwerpen. De kunstenaar heeft het een en ander bij elkaar gezocht, het tot een geheel geassembleerd en in brons gegoten. Dat het nu evengoed klassiek oogt komt een beetje door dat brons natuurlijk, maar zeker ook doordat de kunstenaar haar materiaal heel goed gekozen heeft en er bijzonder mooi de juiste sfeer van zo’n adellijke dracht mee weet op te roepen. Erg knap.

elly baltus 2

Elly Baltus bij één van haar geassembleerde beelden

Elly Baltus, heet deze kunstenaar, geboren in 1957 in Bergen, en het beeld van Jan van Scorel was het eerste dat zij in deze stijl maakte. Kennelijk viel het in de smaak en was ze er zelf ook blij mee want er volgden er meer, zoals Vrouwen in het verzet, in Heerhugowaard, Jan van Heemskerck in Heemskerk en Jan Jansz Weltevree in De Rijp. Behalve met beelden is Elly Baltus internationaal bekend geworden met haar eigenwijze ontwerpen voor penningen, waarin ze de grenzen van het klassieke gegeven van de penning opzoekt, en combineert met elementen uit de moderne tijd waarin we nu leven, zoals elektronica bijvoorbeeld. Grofweg hetzelfde uitgangspunt dus als we in het beeld van Jan van Scorel zien. Zelf zegt Elly Baltus daarover: ‘We kijken vanuit het heden, met onze mogelijkheden en kennis, naar een historisch figuur die in zijn tijd ook modern was.’

440px-Jan_van_Scorel_-_Portrait_of_a_Young_Scholar_-_Google_Art_Project

De pose die Van Scorel aanneemt, op zijn sokkel voor het raadhuis, is ontleend aan een schilderij dat aan hemzelf is toegeschreven: Het portret van een jonge scholier, geschilderd in 1531. Op dit schilderij zien we een twaalfjarige jongen, alert en zelfverzekerd met pen en papier in de aanslag staan. Met ook nog net zo’n baret. Op het papier heeft de jongen een notitie gemaakt: Omnia dat Dominus, non habet ergo minus. We zien het papier van de achterkant dus het staat er in spiegelbeeld. Het betekent: Alles geeft de Heer, toch heeft Hij niet minder. Onder de scholier staat nog een Latijnse tekst: Quis dives qui nil cupit pauper avarus. Oftewel: Wie niets verlangt is rijk, de vrek daarentegen is arm. Stichtelijke teksten die verklappen dat Van Scorel behalve schilder en tekenaar, kunstenaar, geleerde en intellectueel ook een religieus man en een filosoof was. Hier staat, met andere woorden, waarlijk een afgezant der Renaissance.

Jan van Scorel

Voor het voetlicht

Op onze doorreis plaatsen we een belangrijk man of vrouw van elk dorp of stad op een voetstuk; iemand die tot heden onopgemerkt bleef of in de vergetelheid is geraakt. Vandaag praat ik bij met Jan van Scorel.

Tja dat was me wat. Ik ben hier in Schoorl geboren, mijn vader was de dorpspastoor. Ik was dus een onwettig kind. Het was een schande. Ik denk dat ze me daarom naar de Latijnse school in Alkmaar hebben gestuurd. Opgeruimd staat netjes. Ik ging daarna in de leer bij kunstschilder Cornelis Willemsz in Haarlem, vertrok daarna naar Amsterdam en eindigde in Utrecht.  In 1518 had ik het wel gezien in Nederland en ging ik op reis. Ik ging naar Duitsland, waar ik in Neurenberg Albrecht Dürer ontmoette. Die man, daar kon ik nog wat van leren. Ik reisde verder naar Venetië, Palestina, Bethlehem, Jeruzalem. Onderweg maakte ik schetsen. In Rome werd ik benoemd tot opzichter van de pauselijke kunstcollecties in het Belvédère. Het was een heerlijke tijd. Ik woonde in een pauselijk appartement en leidde een kunstzinnig leven, als je begrijpt wat ik bedoel. Ik heb in die tijd zelfs nog een paar schilderijtjes van de paus geschilderd. Toen de paus overleed, keerde ik terug naar Nederland.

In 1528 werd ik benoemd tot kanunnik van de Mariakerk in Utrecht, waarmee ik een voornaam geestelijk ambt bekleedde. Ik leefde samen met Agatha van Schoonhoven, en wij kregen vier zonen en twee dochters. Mijn taken als kanunnik liepen uiteen van het beheren van landgoederen tot het aankopen van wijnen voor het kapittel. Voor de Mariakerk ontwierp ik onder meer een oksaal en enkele gebrandschilderde ramen.
Dankzij mijn goede contacten en als gevolg van mijn missies namens het kapittel ontving ik enkele opdrachten voor grote altaarstukken. Ik schilderde  drie veelluiken voor de abdij in het Henegouwse Marchiennes.  Ik schilderde een drieluik voor de Grote Kerk van Breda en in 1550 volgde een opdracht voor de Nieuwe Kerk te Delft. Eervolle opdrachten waren de decoratie en organisatie van de intochten in Utrecht van keizer Karel V in 1540 en van Filips II in 1549. In 1550 nam ik deel aan de restauratie van het veelluik met het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck te Gent.
Veel van mijn schilderijen kun je nog bezichtigen. Er hangt werk van mij in onder andere het Rijks en bij Boymans. Nee, ik was niet zomaar iemand. Ik word gezien als een belangrijk vertegenwoordiger van de renaissance in de Lage Landen.  Dat had je niet gedacht hè?

Jan van Scorel (Schoorl, 1 augustus 1495 – Utrecht, 6 december 1562)